Het oorspronkelijke verhaal van ‘Nello en Patrasche’ werd geschreven door de Britse Marie-Louise de la Ramée (alias Ouida) in 1872, in de roman ‘A Dog of Flanders’. Het is een fictief verhaal dat zich afspeelt in Antwerpen en Hoboken. De hongersnood, gigantische kloof tussen arm en rijk, socio-economische onzekerheid in het industrialiserende Vlaanderen worden er zodanig realistisch beschreven dat het verhaal vaak voor waar aangenomen wordt. De kathedraal en de kunstwerken van Rubens spelen hierin een grote rol.
Het verhaal is razend bekend in Japan waar het boek als klassieker jarenlang op school werd gelezen. Ook in de Verenigde Staten kent het verhaal van Nello en Patrasche een breed succes. Over de hele wereld werden over hun lotgevallen (teken)films en documentaires gemaakt.
Gedeputeerde Luk Lemmens, bevoegd voor Erfgoed: “Hoewel Nello en Patrasche bekender zijn in Japan dan in Vlaanderen, is het 150 jaar oude verhaal sterk verbonden met Antwerpen en dan specifiek de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal, die de provincie Antwerpen sinds begin 19e eeuw beheert. De krachtige tekeningen in het stripboek brengen dit waardevolle erfgoed op een toegankelijke manier naar jong en oud. Bovendien zet het de kathedraal en haar kunst ook internationaal op de kaart. De voorbije vijf eeuwen groeide ze immers uit tot een ware schatkamer van religieuze kunst, zowel wat betreft beeldhouw- als schilderkunst met de schilderijen van de wereldvermaarde, Antwerpse grootmeester Rubens als hoogtepunt.”
Pastoor Bart Paepen sluit hierbij aan: “Sinds 2016 slapen Nello en Patrasche op de Handschoenmarkt in de schaduw van onze Lieve-Vrouwe-Kathedraal. Een marmeren standbeeld van hen beide, ontworpen door kunstenaar Batist Vermeulen, werd er geplaatst als aandenken aan hun trouwe vriendschap. Niettemin merken we dat niet iedereen vertrouwd is met het verhaal van Nello en Patrasche. Met dit stripboek kunnen we het verhaal van de twee vrienden en hun trieste lotsbestemming in de kathedraal aan onze bezoekers vertellen. Dit sluit aan bij het onthaalbeleid van De Kathedraal, waarbij we onder andere met een verruimd bezoekersparcours de religieuze en historische betekenis van de kathedraal kaderen.”